Denkvoer
Buiten
Weekend

De stilte was bijna oorverdovend. Geen meldingen. Geen meningen. Alleen mijn eigen, hijgende ademhaling. Ik onderdrukte de neiging om te hoesten toen een diepe teug lucht roffelend door mijn longen ging.

Pauze.

Ik sloot mijn ogen en even schoot het door mijn gedachten waarom ik dit ook alweer deed.

Het geluid van zingende mannenstemmen drong tot me door en haalde me terug naar de plek waar ik was; halverwege een steile berghelling ergens in Zwitserland. Ik keek achterom en zag tot mijn verbazing hoe een team jonge mannen schijnbaar moeiteloos dezelfde helling als ik aan het beklimmen was. Ik draaide me om en begon weer aan mijn ritme;

10 stappen omhoog, 8 seconden rust. 10 stappen omhoog, 8 seconden rust. 10 stappen omhoog, 8 seconden rust. Het team kwam dichterbij. 10 stappen omhoog, 5 seconden rust. 10 stappen omhoog, 5 seconden rust. 10, nee 8, ok 6 stappen omhoog, rust…

Ik zag de bergkam dichterbij komen.

Het team ook.

“Het zal me niet gebeuren dat ik ingehaald wordt door een team dat een half uur later aan deze klim begonnen is…” Ik schoot in de lach van mijn eigen gedachten. “Dit is het dus wat een Karakterweekend met je doet.”

Veel mannen hebben zich een beeld gevormd van een Karakterweekend op basis van de fysieke en mentale uitdaging die het zou zijn. En, eerlijk is eerlijk, dat beeld klopt voor een deel.

Maar het echte gevecht speelt zich af in je hoofd.

“Grappig,” dacht ik, “dat dit gevecht niemand voorbijgaat. Dat het mij, terwijl ik het weekend leidt, ook gewoon pakt als ik op het punt kom dat ik echt moe word." Niet zo vreemd natuurlijk. Fysieke vermoeidheid zorgt ervoor dat je minder wenselijk gedrag vertoont en dat je diepste angsten, motieven of gedachten ongefilterd naar boven komen. En zoals REM-slaap jouw brein het vermogen geeft om de dag te verwerken, zet uitputting je brein open voor reflectie.

In andere woorden: Je komt jezelf tegen.

Eenmaal boven, liep ik vanaf de bergkam met de groep mannen mee. Ik kende ze niet, maar voelde een vreemde verbondenheid. Het was meer dan compassie, anders dan vriendschap. Ik was thuis hier. Ik wist dat we allemaal iets droegen wat je niet zomaar deelt aan de keukentafel. Het ene verhaal is pijnlijker dan het andere, maar allemaal zijn ze even rauw. Allemaal hebben ze evenveel diepgang. Leggen ze op een bepaalde manier een gelijk gewicht in de schaal.

Ik keek opzij.

Over het net-nog-verbeten-gezicht van de kerel naast me rolden dikke tranen. Zomaar, opeens. Ik legde mijn hand op zijn schouder om zonder woorden te zeggen dat ik het zag. Dat ik hem zag.

“Het bergmeer…” Was het eerste wat hij zei. “Het bergmeer,” begon hij opnieuw, weerspiegelde wat ik al jarenlang aan het wegdrukken ben. Mijn trots. Mijn stomme koppigheid. Mijn boze buien. Mijn hang naar controle. En terwijl ik uit alle macht aan het proberen was om dit niet naar buiten te laten komen, rolden er opeens grote tranen over mijn wangen. Het was niet groots ofzo, niet dramatisch, maar ik kan ze niet tegenhouden…”

Ik knikte maar zei niets. Hij keek me aan.

“Jij ziet dit natuurlijk vaker. Ik niet. Ik heb dit niet met andere mannen. Ik praat weinig. Als ik iets zeg moet het altijd ergens over gaan; zinvol zijn. Dit zou ik daar normaal gesproken niet direct onder scharen.”

Ik kneep hem in zijn schouder als aanmoediging om door te gaan met zijn verhaal.

“Dit gaat veel dieper dan de meeste gesprekken die ik heb.” Hij huilde nu hardop. “Maar hier is het veilig. Hier kan ik kwetsbaar zijn.”

Zijn maat, de man waar hij samen mee gekomen was, kwam naast hem lopen.

De andere man knikte nu ook.

Nadat ik een groot deel van het verhaal van de man had gehoord, merkte ik dat hij ruimte nodig had om persoonlijk met zijn maat te praten. “Ik laat jullie even samen verder lopen, is dat ok?” vroeg ik. Beide mannen knikten.

Tranen op momenten als dit zijn geen teken van zwakte, maar ze zijn de opening naar een gesprek dat al veel eerder gevoerd had mogen worden. Ze vormen een brug naar broederschap. Naar herstel. Naar God.

Later dat weekend openden we in de stilte van de nacht de Bijbel. In het midden brandde een vuur. In het licht van de maan en de ontelbare aantallen sterren tekenden zich de contouren van de alpen af. Er werden verhalen met elkaar gedeeld. Er was ruimte. Stilte. Diep dankbaar keek ik omhoog en ik wist dat dit voor veel mannen geen week-end was, maar een nieuw begin.

Misschien herken je hierin het verlangen om uit te stappen, om te ontsnappen aan de rat-race. Om te ontdekken wie jij bent als je niets meer hoeft te bewijzen.

De bergen wachten. Ook op jou. Niet om je te verslaan, maar om je te vormen. Je hoeft geen plan te hebben; niet elke reis begint met een plan. Sommige beginnen met een stem die zegt: “Kom!”

En soms klinkt die stem in Zwitserland.

Martijn



Martijn.png
Geschreven door
Martijn van der Veer

Als bewegingsleider van 4M zet Martijn zich in voor mannen. Martijn is spreker en schrijver. Naast zijn passie bij 4M om met mannen op avontuur te gaan en ze dichter bij Jezus te brengen, is hij ook algemeen directeur van Dagelijkse Broodkruimels. Martijn helpt je navigeren door veranderingen en biedt tools om te groeien en bloeien.

Denkvoer
Buiten
Weekend

Buiten, waar God is

Lees volgende Story
52869758563_29ffee1e9b_k.jpg